Het uit zijn voegen barstende Schiphol geeft te denken. Wat trekt mensen nou zo aan om in een luchtbus te stappen naar een plek waar de zon altijd schijnt of waar het gewoon anders is dan in Nederland. Cultuur snuiven, zegt de een. Zon en zee opzoeken, zegt de ander. Puur ontspannen na corona en al die verdampte vakanties, zegt de derde. En bijna iedereen is het erover eens: we hebben er recht op.
Universele rechten
Wat is dat, ergens recht op hebben… je hebt recht op geld als je werkt, op verzorging als je ziek bent, op onderwijs, een dak boven je hoofd. Schoon water, genoeg goed voedsel. Gelijke behandeling, eerlijke en onafhankelijke rechtspraak. Je mag zeggen wat je wilt en zijn wie je wilt zijn. Universele rechten.
Recht op vakantie
Recht op vakantiedagen heb je nou eenmaal als je werkt. Tuurlijk, een week of vijf, zes per jaar mag je iets anders doen terwijl je salaris doorgaat. Je krijgt zelfs extra geld om die tijd ook ten volle te kunnen benutten. Dat recht heeft de vorige generatie afgedwongen en daar zijn we massaal blij mee.
Je hebt ook het recht om je vrije tijd in te vullen zoals jij dat wilt. Thuis op de bank met een goed boek of buiten de deur in de breedste zin van het woord. Maar als ik mensen in de wachtrij op Schiphol hoor zeggen dat ze recht hebben op die vliegvakantie, moet ik drie keer nadenken.
Recht op keuze
We hebben recht op goed voedsel. Maar als je tijdelijk alleen aan je favoriete bruine volkorenbrood kan komen door tien kilometer om te rijden in de wetenschap dat je ook nog eens een half uur in de file komt te staan, doe je dat dan? Of kies je voor een tijdje voor een verantwoord alternatief op vijf minuten fietsen? Waarmee op de keper beschouwd niks mis is.
Iedereen mag zelf kiezen. Ook dat is een recht.
Alice Mandjes